Parabel van de Dierenschool

De dieren uit het dierenrijk zagen hun leefomgeving veranderen en maakten zich zorgen om de kinderen. Is de nieuwe generatie toegerust voor de toekomst? Voldoen de lessen van hun ouders nog wel: dat vaste pakket aan vaardigheden zoals dat al van generatie op generatie wordt overdragen? Besloten werd een school te stichten.

Een team van professionele leerkrachten werd aangetrokken en een doorwrocht leerplan opgesteld. Er kwamen lessen in zwemmen, lopen, vliegen en klimmen die door alle dieren gevolgd moesten worden. Want het was belangrijk dat ze gelijk behandeld werden en dezelfde kansen kregen! De beoordeling werd uiteraard ook gestandaardiseerd.

Het eerste echte schooljaar startte en de verwachtingen waren hooggespannen. Uit de verslagen van de gebeurtenissen die volgden, kunnen we onder andere het volgende lezen:

De eend was heel goed in zwemmen, beter zelfs dan zijn docent. Hij haalde ook hoge cijfers in vliegen. Maar in hardlopen was hij slecht. Om daarin te oefenen moest hij nablijven en zwemmen als vak laten vallen. De eend oefende zoveel en vaak dat zijn zwemvliesvoeten er ernstig onder leden. Een soepele hardloper werd hij desondanks niet. Wel bleek hij aan het einde van het semester nog maar een gemiddelde zwemmer maar daar maakte niemand zich zorgen over, behalve de eend zelf. En hij was niet de enige die langzaam het plezier in schoolgaan verloor.

Het konijn behoorde bij de besten van de klas waar het hardlopen betrof. Toen hij echter herexamen zwemmen moest doen, volgde een zenuwinzinking en was hij lang uit de running.

De eekhoorn kon uitstekend klimmen maar raakte gefrustreerd bij de vlieglessen. Zijn leraar wilde hem van de grond laten opstijgen in plaats van naar beneden laten zweven uit een boomtop. De eekhoorn kreeg te horen dat hij moest blijven oefenen in fladderen. Maar door overbelasting van zijn spieren haalde hij voor klimmen uiteindelijk nog maar een vijf en voor hardlopen een drie.

En zo ging het maar door. Bijna alle leerlingen kwamen met onvoldoendes thuis en er ontstond in alle huizen onvrede. De ouders gingen verhaal halen bij de leerkrachten. De leerkrachten zeiden op hun beurt dat de kinderen niet voldoende hun best deden. En de leerlingen…

De leerlingen ontdekten dat niemand op alle vakken kon uitblinken. In het beste geval scoorden ze nergens een zware onvoldoende op, in het ergste geval lagen sommige vakken buiten hun bereik. Wat de school wél opleverde, was dat alle verschillen zichtbaar werden en er bewondering voor elkaars talenten ontstond.

Leerlingen van verschillende achtergronden en met uiteenlopende talenten hadden elkaar leren kennen. Sommigen zochten elkaar na schooltijd op en daagden elkaar uit op het sportveld, in boom of vijver, of in het luchtruim. Er waren er ook die na schooltijd liever rust en warmte opzochten, zodat ze zich de volgende dag weer helder en fris voelden. Door al die verschillen leerden de jonge dieren veel over elkaar én van elkaar. Zou de buitenwereld in de toekomst problemen opleveren, dan zouden ze elkaar weten te vinden. Met reële verwachtingen, zodat ze elkaar goed konden helpen.

Een vrije bewerking van de parabel van De Dierenschool (oorspronkelijk verhaal door George H. Reavis).

Schrijf je nu in voor de VIPfactor masterclass

00
Months
00
Days
00
Hours
00
Minutes
00
Seconds